Inademen en uitademen
“De geest van God heeft mij gemaakt, de adem van de Ontzagwekkende doet mij leven.” (Job 33:4)
Het leven van de mens begint met Gods adem (Gen. 2:7) en eindigt wanneer de laatste adem wordt teruggegeven aan de Schepper. In de Bijbel zijn Gods adem en de Geest nauw met elkaar verbonden. Taalkundig is de verbinding er. In het Oude Testament gaat het over ruach en in het Nieuwe Testament over pneuma. Beide woorden betekenen Geest, adem, wind.
Niet alleen taalkundig zijn Gods adem en Gods Geest met elkaar verbonden. Ook in de werking van de Geest blijkt het telkens te gaan om nieuw leven, er ontstaat ruimte om te ademen, omdat de Geest je corrigeert, troost of bemoedigt. Gods adem wordt ons telkens ingeblazen door de Geest, zodat we in Gods Geest kunnen leven en de ruimte bij God te ontdekken.
De kerk en Gods adem
De kerk heeft als doel om de Geest in te ademen – op adem te komen bij God. We ademen ook uit. De kracht van de Geest vindt een weg naar buiten. Als je daar weinig van merkt in je leven, is dat jammer (zonde?). God wil je alle ruimte geven door zijn Geest, zodat jij ook in jouw eigen omgeving aan anderen de ruimte kunt geven van goedheid, vergeving en genade.
Christenen gaan naar de kerk in de verwachting dat hun geloof daar gevoed wordt. Dat ze God ontmoeten en dat die ontmoeting op een of andere manier heilzaam is. Terecht. Zo zou het moeten zijn. Kom naar Gods huis, kom naar Zijn gemeente en je wordt gevoed. Daar is de brandstof om weer op pad te gaan, de wereld in als veranderd mens.
Gaat het dan altijd zo? Christenen kennen soms ook de ervaring dat hun geloof droog kan komen te staan. Op zo’n moment voel je er niet veel bij en is het moeilijk in beweging te komen voor de dingen van Gods Koninkrijk. Soms trekken gelovigen door dor land. Ze zijn als pelgrims die in de woestijn erbij zijn gaan zitten. Wat kun je doen?
Inademen: steeds terug naar de Bron
Geloven is steeds teruggaan naar het punt waar je kunt ontvangen. Daarvoor is de kerk er. Zoals Paulus doorgeeft wat hij zelf eerst ontvangen heeft, zo geven gelovigen door wat de Heer aan hen geeft. De kerk komt tot leven door Gods spreken. Daar begint de beweging naar buiten. De kerk van Christus gloeit en dient de samenleving. En zo kijkt ze uit naar de dag van Jezus (John Stott). Je kunt deze beweging van ontvangen en doorgeven typeren als in- en uitademen.
De kerk ademt in als zij ontvangt en viert dat Jezus Christus er is voor ons. Tijdens dit inademen groeit het geloof en vult God met zijn Geest ons hart. God zaait dit geloof in ons door woorden van de Heer die ons raken en troosten. In deze inademing verandert ons leven. We ontvangen, we worden ‘nieuwe mensen’, we gaan onszelf en elkaar zien met nieuwe ogen, als geredde mensen, door God geliefd.
‘De kerk ademt in als zij ontvangt en viert dat Jezus Christus er is voor ons.’
Datzelfde ontvangen staat centraal als we brood en wijn delen in verbondenheid met Jezus en elkaar. Eten, drinken, inademen vormt onze identiteit als nieuwe mensen. Jezus vergelijkt zijn kerk met een nieuwe familie, een band die sterker is dan alles wat meekomt in afkomst of huidskleur. Door middel van verkondiging, onderwijs, gebed en samen-zijn geeft de Geest ons adem om God te loven en te prijzen en Hem te aanbidden. Daar kun je elkaar in helpen, als pelgrims op de reis. Daarover gaan de eerste drie geloofspraktijken in deze cursus. We noemen ze alvast een keer: 1. Christus zien en God ontmoeten; 2. Vertrouwen op de kracht van genade; 3. Toegewijd en heilig leven.
Uitademen: uitdelen van het nieuwe leven
Tegelijk gaat het koninkrijk verder. Op inademen volgt uitademen. Het nieuwe leven blijft niet opgesloten in het hart van de gelovige. Het ‘moet’ eruit, in het zorgen voor elkaar en het dienen van de samenleving. Het blijft dus niet opgesloten in de kerk. Het gaat zelfs niet om de kerk. De kerk is opgenomen in de beweging van God, het koninkrijk dat verder gaat en dat komt in deze wereld. Daarover gaat een andere set aan geloofspraktijken, de laatste drie in deze cursus: 4. Leven uit liefde, gericht op gemeenschap; 5. Nieuwe levensstijl, als goede rentmeester; 6. Dienstbaarheid en leiderschap.
‘Het nieuwe leven blijft niet opgesloten in het hart van de gelovige. Het ‘moet’ eruit.’
God heeft alle macht gegeven aan Jezus, de Zoon. Alle mensen in de wereld worden in de Bijbel opgeroepen om dit evangelie aan te nemen in geloof. In het uitademen mag de kerk meedoen met het vergroten van de kring rond Christus en met het dienen van de wijk, stad of plaats waar ze gevestigd is. Zo is de kerk hoop voor de wereld. We delen uit van het nieuwe leven, we krijgen oog voor haar behoefte of nood. In- en uitademen horen bij elkaar als tekens van leven.
Het delen van het goede nieuws van Jezus maakt de kerk rijker. Door te delen ontdek je hoe breed, diep en rijk de liefde en vrede van Christus is. Dit is dus uitademen: de kerk zoekt met de liefde van Christus wat zonder God verloren gaat. De kerk verlangt ernaar om recht te doen en om te zien naar wat in de samenleving kwetsbaar is. God werkt zo door de kerk in de wereld en wij volgen Hem na. Zo komt via de kerk het nieuwe leven op tal van plaatsen. De kerk ademt uit in de samenleving en geeft zichzelf. Het is een voorrecht en uitdaging om die dubbele beweging te maken: in- en uitademen.
Als het landschap waar je doorheen trekt dor en droog aanvoelt, ga dan niet bij de pakken neerzitten. Zoek het contact om het geloof weer aan te wakkeren. Bespreek met elkaar wat in- en uitademen concreet betekent. Hoe je daar tijd voor neemt en vorm aan geeft. Denk bij inademen aan Gods onvoorstelbare genade, mediteer in stilte, spreek er met anderen over en bid voor een hart dat ontvangen kan. Dan zendt God Zijn Geest. En het uitademen begint.
In- en uitademen in Tiel
Op 24 april 1946 vond in Tiel de vrijmaking plaats. Hoeveel mensen er precies op die bewuste avond aanwezig waren, valt moeilijk te zeggen. In elk geval waren er te weinig broeders aanwezig om op een fatsoenlijke manier ambtsdragers te kiezen. De zusters mochten toen nog niet stemmen. Maar voor deze ene keer werd een uitzondering gemaakt. Decennialang was de GKv Tiel een kleine, dappere gemeente in de rode arbeidersstad Tiel. Men had het goed met elkaar.
Als dominee Van Dijk, die de gemeente jarenlang gediend heeft, zijn verjaardag vierde, was het de zoete inval. Maar de blik was nog vooral naar binnen gericht. Dit veranderde rond de eeuwwisseling. De nieuwbouw van ‘De Magnificatkerk’ gaf een boost aan de gemeente. Dominee Ulbe van der Meer liet een frisse wind waaien en vroeg aandacht voor de nood in de stad. Verontruste gemeenteleden van de hervormde en gereformeerde kerk sloten zich bij de gemeente aan. Jonge gezinnen stuurden hun kinderen naar protestants-christelijk basisonderwijs in de eigen woonplaats, in plaats van te verhuizen naar de biblebelt. In twintig jaar tijd verdubbelde het aantal gemeenteleden.
Ik heb eens aan een aantal nieuwe gemeenteleden de vraag gesteld, waarom ze voor onze kerk hadden gekozen. Hun antwoord: vanwege de diepgang in de prediking en de warme, betrokken gemeenschap. Deze mensen zijn tegelijk onze beste ambassadeurs: elke zondag zitten er belangstellenden in de zaal, die zich soms bij ons aansluiten. Door de vele nieuwe gezichten heeft de gemeente zelf ook een verdiepingsslag gemaakt: we leven samen met en voor Christus en willen dat graag met mensen delen. We zijn onze God heel dankbaar en zien uit naar wat Hij nog meer gaat doen!
Door: Wouter van Veelen, predikant Magnificatkerk Tiel
Gespreksvragen
- Waar heb je op je eigen plek voorbeelden gezien van Gods Adem in de afgelopen periode? Denk aan een negatieve ontwikkeling die stopte. Of een woord of lied van God dat je hoop gaf. Of momenten waarin je anderen tot zegen kon zijn.
- Herken je dit werk van de heilige Geest bij jezelf? En in de gemeente?
- Ben jij op dit moment meer bezig met in- of met uitademen in je geloof? Ben je vooral ontvangend, of vooral gevend?
- Wat is een voorwaarde om Gods genade te kunnen inademen in jouw gemeente of kleine groep?
- Heb jij wel eens een ‘woestijnervaring’ meegemaakt in je geloof? Dat alles dor en droog is? Misschien zit je er wel middenin. Deel met elkaar hoe je daar uit bent gekomen en bemoedig degene die nu in de woestijn zit.
- Eten, drinken, inademen, verbonden als familie. Dat doen we symbolisch in het avondmaal. Maar zou je als kleine groep ook niet vaker moeten eten en drinken met elkaar?
- “De kerk zoekt naar wat zonder God verloren gaat en wie in de samenleving kwetsbaar is.” Wat vind je van deze woorden? Hoe kan je ze ook daadwerkelijk handen en voeten geven?
- Je hebt gelezen over in- en uitademen in Tiel. Deel met elkaar de mooie momenten in verleden en heden van je eigen kerk, momenten waarin je met elkaar in- en uitademde door Gods Geest. Wat mocht je ontvangen en wat gaf je door?