Inleiding: Dienstbaarheid en leiderschap
De kerk is een gemeenschap van heiligen. Iedereen heeft eigenschappen en talenten ontvangen. Die worden gebruikt door Jezus Christus, onze Heer. Zij kunnen worden ingezet in de gemeente, maar ook daarbuiten. Met onze gaven en talenten bouwen we mee aan Gods Koninkrijk. Daarmee dienen we God en zijn we dienstbaar aan elkaar.
In de gemeente zijn we gelijk aan elkaar. Niemand hoeft zich te verheffen boven de ander. We zijn ook gelijk als mensen met gebreken, gebruiksaanwijzingen en beperkingen. Maar we dienen wel allemaal de ene Heer met onze gaven en talenten. Dat moet ook de toon zijn in de onderlinge omgang in de kerk.
Ook op andere plaatsen kunnen christenen hun gaven en talenten inbrengen. De vraag is hoe we die vermenigvuldigen en vruchtbaar maken voor het Koninkrijk van God. Dat is een gezegend leven.
Leidinggeven uit naam van Jezus
In de gemeente worden mensen aangewezen om leiding te geven. Dat doen ze niet uit eigen naam, maar uit de naam van Jezus Christus. Hij heeft alle gezag en is de Heer van de kerk. Die kerk heeft structuur en leiding nodig, juist in een tijd als de onze waarin de kerk voor grote uitdagingen staat.
Leidinggeven verwijst naar wat we gemeenschappelijk hebben te doen. In de kerk is het vaak fout gegaan als dit werd vergeten. Dan ging het om posities, invloed en zelfs rechtstreekse macht. Jezus wilde dat het er in zijn kerk anders aan toe zou gaan. Ook wie leiding moet geven dient. De gemeente waardeert mensen om wie ze zijn en erkent hun gaven, ook als ze dienen in bijzondere posities. Wie dient in zo’n positie moet een voorbeeld zijn, Christus dienen, liefde hebben voor de gemeente van Christus en transparant (gedeeld) leiderschap nastreven.
Hoe brengen we dit in praktijk?
1. Wat betekent het om God te dienen in de gemeente? Welke beelden en verlangens hebben gemeenteleden daarbij, mannen en vrouwen? Wat wordt aan bezieling gezocht of gemist?
2. Ga na of ieders gaven tot hun recht komen in de gemeente. Hoe kan de gemeente daardoor een nog mooiere plaats worden en verder gaan bloeien? Hoe kan hierdoor het Koninkrijk van God in de wereld gediend worden? Hoe wordt hiervoor ruimte gemaakt door leiders in de gemeente?
3. Bespreek met elkaar de rol van leiders en ambtsdragers, ouderlingen, diakenen en verkondigers. Wat verwacht je van hen? Hoe kunnen zij hun taak beter doen? Hoe kunnen zij de gemeente aanmoedigen verder te groeien? Hoe bid je voor hen?
4. Oefening: een kerkenraad, taakgroep of leiderschapsteam is ook een kleine geloofsgemeenschap (twee of drie vergaderd in de naam van Jezus). Ontwikkel die overtuiging door hiervoor het eerste agendapunt van een meeting te gebruiken. Het woord, gebed om de aanwezigheid van de Heilige Geest en geestelijke begeleiding zijn hierbij sleutelbegrippen.
5. Bijbeltekst ter overdenking: Romeinen 12, 1-8. Over dienen met verstand, variatie in gaven en leidinggeven met volle inzet.