Inleiding: Leven uit liefde, gericht op gemeenschap
We richten ons nu op de tweede helft van de cirkel, de tweede liturgie. Gaat de eerste helft vooral over de kerk als lichaam van Christus, de tweede helft gaat over de kerk als gemeenschap van verloste mensen, de gemeenschap der heiligen.
De eerste gaat over de vraag hoe ons geloof gevoed wordt door de relatie met Christus, het ontvangen. De tweede helft gaat over het uitdragen van dat geloof, het vernieuwen van onze relaties, het vieren en het meenemen van anderen. Het gaat dan om het opbouwen van de gemeenschap, een nieuwe levensstijl voor vernieuwde mensen en het dienen van elkaar met alle gaven.
De kerk is een oefening in gemeenschappelijk leven en sticht gemeenschap, in allerlei vorm. De liefde die ons met elkaar verbindt, geeft geborgenheid en schept in Christus een nieuw bestaan in de wereld. Als de liefde van Christus al onze relaties doortrekt, gaan ze leven, ze worden bijzonder, iets heiligs. De gemeenschappen die hierdoor tot leven komen, beperken zich niet tot de kerk. Het hele sociale leven wordt gezonder van mensen die in liefde uitreiken naar anderen. Dat geldt ook voor families, scholen, buurten, dorpen en wijken.
De Bijbel reikt hier allerlei beelden bij aan. Van broeders en zusters die vredig samenwonen, tot gemeenschappen waar mensen alles delen met elkaar. Zo was het ook in de eerste christelijke gemeente, beschreven in Handelingen 4 en 5. Niemand stond op eigen bezit of afkomst, de gemeente steunde elkaar en was zo aantrekkelijk voor de wereld. In de kerk zorgen we ervoor dat mensen niet tekortkomen, niemand ongetroost is, en dat mensen elkaars lasten dragen. Dat is het mooie van echt christelijke gemeenschappen, hoewel je in Handelingen 5 ook het verhaal van Ananias en Saffira leest: christelijke gemeenschappen leven vanaf het eerste begin ook in gebrokenheid en voorlopigheid. De kerk kan in deze wereld niet volmaakt zijn, maar wel verwijzen naar een volmaakte gemeenschap die God zelf ons belooft.
Eén zijn
God wil ook dat zijn kinderen één zijn. Gemeenschap betekent dus ook: elkaar steunen als het moeilijk is, geen scheuren maken in het lichaam van Christus. Als kerken verdeeld zijn of tegen elkaar strijden, dan geeft dat geen getuigenis van de liefde van Christus.
Kerken hebben tegen deze regel vaak gezondigd. Het is dan ook een blijvende opdracht om elkaar de hand te reiken als Christus het fundament van de kerk is. Hoewel bij de pakken neerzitten geen zin heeft, kan het geen kwaad om je van tijd tot tijd te laten raken door de pijn van de verdeeldheid. Het is mooi als het ons lukt om die verdeeldheid op te heffen en nieuwe eenheid te vinden, maar soms is het hoogst haalbare om samen het hoofd te schudden en te constateren dat het ons niet lukt, maar dat dat wel zou moeten. Ook zo ben je samen een (onvolmaakt en menselijk) beeld van Gods liefde.
Hoe geven we daar vorm in onze tijd? Wat is er nodig voor deze praktijk?
-
Met elkaar spreken over kerkzijn als gemeenschap. Wat betekent voor ons de liefde van Christus en Zijn opdracht elkaar lief te hebben en zo ‘in Hem’ te blijven? Wat betekent dit voor onze relaties, voor kerkelijke eenheid, voor de structuren waarin we samenleven in en buiten de kerk? Wat is onze inzet hiervoor in goede en slechte dagen?
-
Hoe richten we onze gemeenschap zo in dat mensen naar elkaar omzien en elkaars lasten dragen? Dat kan binnen de kerk in de vorm van diaconaal werk, elkaar bijstaan in kringen, maar ook buiten de kerk. De liefde van Christus dringt tot hulpbetoon, binnen en buiten de kerk.
-
Hoe zorgen we ervoor dat de eerste en de tweede liturgie met elkaar verbonden blijven? Als dat ons lukt zal het delen met elkaar en omzien naar elkaar niet beperkt blijven tot een lastige opdracht, maar ons juist onvermoed doen groeien in ons naderen tot God.
-
Zorg ervoor dat iedere generatie zich gezien weet in de kerk. Leer kinderen en jongeren dat ze onderdeel zijn van de gemeenschap en geef hun al vroeg taken. Zorg ervoor dat ze met alles meedoen in het ontvangen, vieren, uitreiken en meenemen. Zoek hen op waar zij zijn, ook buiten institutionele vormen. Zorg ervoor dat volwassen mannen en vrouwen hun krachten inzetten voor de gemeenschap. Zorg ervoor dat ouderen zich betrokken weten en vraag of zij zich in het bijzonder willen wijden aan het gebed.
-
Oefening: Overleg met elkaar over concrete noden op het gebied van armoede, eenzaamheid of zorgbehoefte binnen de kerk of haar omgeving. Betrek hier partijen bij als het sociaal wijkteam. Overleg welke vormen van hulp hiervoor geboden kunnen worden (via buddy’s, bezoekregelingen, vervoersdiensten). Stel de kerk open als ontmoetingsplaats of onderdak.
-
Bijbeltekst ter overdenking: Johannes 13, 1-17. Over ongemak van ontvangen, nederigheid en liefde zonder grens.