Op weg met de kerk
Hoe is de kerk herkenbaar als gestalte van Christus en als gemeenschap van vernieuwde mensen met een missie voor de wereld?
We zouden graag nieuw elan zien, een nieuwe lente in de kerk. Wij zien ook kerken worstelen met onzekerheid over eigen identiteit en toekomst. Of met vragen over veranderende vormen en hoe daarmee om te gaan. Of hoe ze diaconaal en missionair naar buiten toe kunnen werken. We zien ontwikkelingen in het geestelijk leven, dat eigentijds wil zijn, maar daarin ook oppervlakkig kan worden. Wij zien een verlangen naar geestelijke verdieping, een zoektocht naar rust en zekerheid in Christus en een behoefte aan ankers voor spiritualiteit.
Maar wat is dat eigenlijk, kerkzijn? Daarvoor gaan we in deze module eerst terug naar de basis: wat vertelt de Bijbel ons over kerkzijn?
“Want waar twee of drie mensen in mijn naam samen zijn, ben ik in hun midden.” (Mat. 18:20)
De oudste naam voor volgelingen van Jezus Christus, is ‘mensen van de Weg’. In Handelingen 9:2 noemt Saulus de mannen en vrouwen die hij wil vervolgen zo. Later gaat het in Handelingen over het onderricht in ‘de Weg van de Heer’ en over Joden die ‘de Weg’ belachelijk blijven maken. Het is een verwijzing naar mensen die in Jezus de Weg herkennen, bij wie waarheid en leven te vinden is.
Het gaat om mensen onderweg met Jezus. Daar zit een element van reizen in, verandering van omgeving en landschap. Dat overkomt de kerk deels, omdat de tijd en de cultuur telkens verandert. Maar christenen veranderen zelf ook. De Geest blijft altijd nieuwe inzichten geven, maar blijft ook corrigeren. In iedere kerkdienst en elke ontmoeting in kleinere kring draait het om die vraag: hoe ben ik op weg met Christus? Hoe leef ik dicht bij Hem? Gaat mijn eigen levensweg in de pas met Gods Geest, of loop ik toch wel erg ver van Hem vandaan? Daarbij is de belofte van Jezus onze basis. Waar twee of drie of meer mensen bij elkaar zijn in zijn naam, is Hij zelf aanwezig.
Geloven in verbinding
Wie Jezus in de Bijbel op de voet volgt, ziet dat Hij steeds vraagt naar het geloof van de mensen. Zou Hij geloof vinden op aarde? ‘Uw geloof heeft u behouden’, zegt Hij meer dan eens tegen iemand. Het geloof is dus iets persoonlijks, maar het is nooit iets puur individueels. Het is uit op verbinding. Jezus ging uit van een geloof dat samen beleefd wordt.
‘Het geloof is iets persoonlijks, maar het is nooit iets puur individueels.’
Dat gemeenschappelijk geloof is iets bijzonders, de kracht die de wereld verandert, haar behoudt, het zout van de aarde. Geloven doe je samen. Zo is het bedoeld. Waar mensen zich in geloof verzamelen, al zijn het er twee of drie, daar is Jezus Christus ook. Daar is vreugde, vernieuwing en hoop voor de wereld.
Er is een groot geheim dat door gelovigen gedeeld wordt (Marcus 4:11). Het ‘mysterie’ van Gods liefde voor de wereld die in Jezus zichtbaar wordt (Efeze 3: 18-19; 1 Timotheüs 3:16). Als die liefde ook onze liefde is, ontstaat vanzelf verbinding. Gelovigen vormen één lichaam. Samen is beter dan alleen. Samen beleef je meer en zie je meer. Daardoor groeit je geloof. Je bent broers en zussen van elkaar. Zij kunnen jou aanmoedigen en je steunen, jij kunt er op jouw manier zijn voor hen. In de verbinding ontstaat kracht; gebundeld licht schijnt verder. Jezus Christus gaat voorop. Hij laat het mysterie zien, Hij is onze gids. Geloven is Hem vertrouwen en volgen, de wereld in.
Op weg met een missie
Christenen worden vergeleken met mensen die op reis zijn. Steeds gaan ze door, op weg naar een doel. Ze hebben een missie en weten dat ze elkaar daarbij nodig hebben. Ook en juist als het met dat geloven even niet zo goed gaat. Je zet, soms wankelend, samen met anderen de stappen op de weg. Er zijn hobbels, maar als je ze neemt, groeit het vertrouwen. Jezus is al op de plaats waar wij worden verwacht. Hij ging ons voor en neemt ons mee. Met iedere stap komen we dichter bij Hem.
‘Met iedere stap komen we dichter bij Hem.’
Toen Jezus op aarde was vormde Hij een groep leerlingen om zich heen. Zijn kernteam. Met hen kwam Hij overal. Met hen deelde Hij alles en uiteindelijk stuurde Jezus hen erop uit om het goede nieuws van zijn nieuwe wereld, Zijn Koninkrijk, rond te bazuinen. Deze leerlingen vormden op hun beurt de eerste christelijke gemeenschappen. Als iets het leven van christenen kenmerkt is dat zij overal waar zij komen gemeenschappen stichten. Christelijk geloof uit zich in gemeenschappen. Uit liefde voor God en voor elkaar. Omdat Jezus het zo wilde.
Ontmoetingsplaatsen onderweg
Er zijn ontmoetingsplaatsen onderweg waar Jezus zelf verschijnt aan Zijn volgelingen. Die noemen we nu de kerk. Een bijzondere en heilige plek, een rustplaats waar mensen worden gesterkt om de reis vol te houden. In de kerk gaat het om dichtbij God zijn: Zijn woorden horen, Zijn genade in ons verwarde, boze en soms smoezelige hart ontvangen. Dat is bijzonder. We worden in de kerk allemaal aangesproken, hoofd voor hoofd, we worden allemaal aangemoedigd verder te gaan op de reis. Jezus zegt dat Zijn Geest, die ook de Geest van de Vader is, met ons meegaat. We krijgen een hart dat verbonden is met Hem. Dat wordt ons verzekerd in de kerk.
En toch: kan geloof ook niet uitdoven en sterven? Hoe krijgt dit samen geloven nu precies vorm in onze tijd? Deze cursus gaat over samen kerkzijn en Christus volgen met een toegewijd leven. Sommigen vinden dat geen punt. Ze willen niets liever. Ze zetten zich met hart en ziel in voor de kerk. Geloven is gehoorzamen, toch? Anderen vinden dat ingewikkeld. Ze vragen zich af wat je er precies aan hebt. Weer anderen storen zich aan de kerk, omdat er teveel regels zijn. Of omdat mensen er elkaar niet aanmoedigen, maar steeds bekritiseren. Ze missen het gevoel dat God er met Zijn liefde is.
Als dit laatste waar is, dan ís er wel een mooi verhaal over goed nieuws, maar léven mensen er niet uit. Misschien zijn gelovigen vergeten hoe bijzonder hun verlossing uit een wereld vol ellende en kwaad is. Of ze staan er niet genoeg bij stil dat Jezus Christus echt God is, en dat Hij door Zijn Geest ons kan en wil veranderen. Het gaat niet goed in de kerk als mensen teveel in hun hoofd zitten, zichzelf belangrijk maken of koppig aan hun eigen gelijk vasthouden. Ze vergeten te bouwen op Gods liefde en genade. Ze vergeten het Koninkrijk. Ze moeten beweging hebben. Weer op weg gaan. Meer samen geloven.
Rustplaats en oefenplaats
Deze cursus bestaat uit oefeningen om samen kerkzijn in praktijk te brengen. Het geloof is iets dat je samen moet doen. Natuurlijk: het geloof is gericht op de leer van het Evangelie, de Bijbel. Daardoor wordt het gevoed. Zonder dat Evangelie geen geloof. Maar dat Evangelie wijst er steeds op dat geloof gepraktiseerd moet worden. En als dat gebeurt, versterkt het niet alleen zichzelf, maar enthousiasmeert het ook. Door te doen ga je meer voelen en zien. Dat is een wet in het Koninkrijk van God. Als je op weg gaat, gebeurt er iets. Als je geeft zul je ook ontvangen.
‘Als je geeft zul je ook ontvangen.’
Op weg gaan dus. Stappen zetten samen met anderen. In de voetstappen van Christus gaan, met vreugde en door lijden heen. De kerk is een rustplaats voor reizigers, maar ook een oefenplaats van het Koninkrijk. Een plaats om toegerust te worden en in beweging te komen. Daar ontwikkelt zich de kracht van dat Koninkrijk. Samen geloven om samen meer te kunnen schijnen.
Terug naar de kern
Laten we de kern van kerkzijn en de missie van de kerk vooropstellen. Er wordt zoveel gezegd over de kerk. Er is kerkverlating, anderen zijn moe van de kerk, weer anderen vinden niet de kerk van hun smaak, het moet klassiek of het moet eigentijds, de traditionele kerk zou hebben afgedaan, de één heeft dit gevoel, een ander voelt iets anders. Er is veel ruis om ons heen. Daarom knopen we aan bij de ‘eerste dingen’, de ‘eerste liefde’, het voorbeeld van de ‘eerste gemeente’. Waar Christus is, is Zijn gemeente om Hem heen. Die gaat vanzelf op weg. Dat geloven we, met de kerk van alle tijden, in oude en nieuwe vormen.
Terug naar de kern dus, met als doel gelovigen die samen onderweg zijn aan te moedigen en samen sterk te zijn. Terug naar de kern, om niet het gesprek over kerkzijn te laten domineren door meningsverschillen of onderlinge ergernissen. Wie weet wat het is te leven van genade, van vrijspraak, leert ook wat het betekent uit liefde te leven met anderen, de eigen broers en zussen voorop. De kerk is geen besloten en naar binnen gekeerd clubje, maar is er om licht te verspreiden en om te schitteren voor de wereld. Kan dat? Kun je daarvoor oefenen? Ja, samen.
De eerste gemeente
De eerste gemeente in Jeruzalem wordt vaak als voorbeeld genomen. Iedereen die Handelingen 4 en 5 in de Bijbel leest en zich deze gemeente voor ogen stelt wordt warm. Wat een mooi christelijk gemeenteleven!
We weten ook uit die eerste tijd dat er gemeenten waren met grote moeiten, waar mensen maar niet op één golflengte wisten te komen, waar mensen weinig rekening hielden met elkaar, waar hoogmoed was en eigenwijsheid.
De gemeente in Jeruzalem was echter ‘één van hart en ziel’, ze waren eendrachtig en ze volgden het Evangelie van Jezus Christus heel fris en puur. De gemeente werd zeker niet verstikt door regels, maar zocht in allerlei opzichten een eigen weg. Het moest wel: zij waren de eersten, pionieren stond op het programma. Maar wat waren de kernelementen, wat was het ‘geheim’?
Misschien wel dit:
- Ze waren onder de indruk van de liefde en genade die verschenen was in Jezus Christus. Vrijwel iedereen had deze ontdekking net gedaan en leefde uit verwondering.
- Ze zochten elkaar op, ze baden samen, prezen God en vormden een liefdevolle gemeenschap die leefde van gebed en van het Evangelie.
- Ze beschouwden niets als hun eigen bezit. Ze konden alles met elkaar delen en alles geven met het oog op het Koninkrijk van God.
- Christus was echt hoofd van Zijn kerk op aarde en niemand anders. Hij werd voortdurend centraal gesteld bij alle beslissingen. Er was geloof, hoop en liefde.
Gespreksvragen
- Als de liefde van God ook onze liefde is, ontstaat er vanzelf verbinding. Hoe werkt dat? Herken je dat in de kring of in de gemeente? Zo niet, hoe kan dat?
- In de kerk gaat het om dichtbij God zijn en een hart dat verbonden is met Christus. Word jij daar warm van? Of ben jij afgehaakt op de kerk? Herken je de vermoeidheid over allerlei regels en discussies?
- Wat spreekt jou het meeste aan in deze les? Waar wil je samen voor bidden?
- Er worden vier kernelementen genoemd van de eerste gemeente. Hoe geef je die vorm in je eigen kleine groep of kring? Hoe ga je daarbij om met verschil in karakter (introvert of extravert)? En hoe is je houding ten opzichte van de mensen in andere kerken, of in je woonplaats?