Terug naar de eerste liefde

 

“Maar dit heb ik tegen u: u hebt de liefde van weleer opgegeven. Wie oren heeft, moet horen wat de Geest tegen de gemeenten zegt. Wie overwint zal ik laten eten van de levensboom die in Gods paradijs staat.” (Openbaring 2: 4.7)

In nieuwe kerken vind je vaak enthousiasme, saamhorigheid en het verlangen samen de schouders eronder te zetten. Het gevoel dat je er samen voor gaat, en dat je ook samen de kerk draagt. Iedereen wil zijn steentje bijdragen. En voor iedereen wordt die ruimte gezocht.

Maar als een kerk langere tijd bestaat, dan verdwijnt dat aanvankelijke enthousiasme. Patronen en afspraken worden steeds belangrijker. Een groot deel van het kerkelijk leven draait door zoals het altijd gaat. De vorm van kerk-zijn en de vormen in de kerkdienst verstenen. En als je niet oppast, verdwijnt de hartelijkheid.

Terug

Het staat er echt: jullie hebben je ‘eerste liefde’ losgelaten. Je bent niet meer zo betrokken en warm als eerst. Je bent lauw geworden (Openbaring 2:4). Door jullie rijkdom denk je dat je niets meer nodig hebt. Word wakker, breek met verkeerde praktijken, je gedrag deugt niet. In de brieven aan de ‘zeven gemeenten’ uit Openbaringen 2 komen dat soort uitdrukkingen voor. Op vrijwel alle gemeenten is wat aan te merken, al is er ook geloof, trouw en standvastigheid.

Toch is de boodschap dat de eerste liefde is losgelaten het zwaarst. Het wordt gezegd tegen de gemeente van Efeze. Bladeren we terug in de Bijbel dan zien we dat deze gemeente gekenmerkt werd door liefde voor alle heiligen, dat wil zeggen voor gelovige medebroeders en -zusters (1:15). Zo hadden ze de liefde van Christus beantwoord. Deze gemeente stond hoog aangeschreven, maar kon dus ook weer vallen. Denk aan je eerste liefde, kregen ze te horen. Dat is wat kennelijk gezegd moet worden tegen gemeenten die al een tijdje meegaan.

Terug naar je eerste liefde. Terug naar dat gevoel dat je helemaal opleeft in de kerk, bij je broers en zussen. Terug naar de honger om Gods Woord op te zuigen. Kan je dat? En hoe komt Gods liefde eigenlijk tot je? Hoe vind je die Bron?

De eerste liefde, daar gaat het om. Het is niet erg dat liefde verandert, maar die eerste liefde heeft toch iets bijzonders, iets krachtigs en vurigs. Sterk als de dood. Iedereen kan die eerste liefde wel terugvoelen, al is het jaren geleden.

Je doet dat natuurlijk niet vaak: wat heb je aan kalverliefde in de serieuze uitdagingen van het leven? Toch kan het krachtig zijn om op latere momenten in je leven terug te keren naar die eerste liefde. De Drentse zanger Daniël Lohues adviseert:“en as ooit op ’n dag alles naar wordt in de kop, zuuk dan ’s goed al joen liefde weer ’s op”. Wijs advies voor wie de ervaring herkent dat ‘alles naar wordt in de kop’. Zou het ook wijs advies kunnen zijn voor de kerk?

Levenscyclus

Kan het zo zijn dat kerken een levenscyclus doorlopen? Eerst is er enthousiasme, een sterk geloofsleven, grote inzet, liefde voor Christus, grote saamhorigheid. Daarna komt de gewenning, alles is vanzelfsprekend geworden, de inzet wordt plichtmatig, het geloof sleets en de belangstelling voor het Evangelie verflauwt. In een derde fase komt de kerk op een tweesprong: of het geestelijk verval treedt in en mensen vertrekken of er klinkt een wake-up- call als bij die zeven gemeenten en gelovigen bezinnen zich op hun eerste liefde. Zo keert ook de bloei weer terug.

Kerken veranderen. Patronen uit het verleden worden vervangen door nieuwe. Kerkdiensten worden anders ingevuld. Wat echter dwars door alles heen telt in een kerk is de liefde van Christus die zich vertaalt in een liefde voor God en voor elkaar, voelbaar, zichtbaar, hoorbaar. ‘Kom ga met ons en doe als wij’, roepen mensen, vervuld van liefde, elkaar toe.

Kerken veranderen en moeten dat ook doen. Kerken zijn veel minder de landelijke collectieven die ze waren in het verleden. Vandaag stemt de kerk zich meer af op de concrete lokale context. Kerken zijn veel minder een hiërarchisch instituut met een veelheid aan regels en afgebakende functies. Vandaag zijn kerken platte organisaties, waarin iedereen kan meedoen. Kerken zijn veel minder dan vroeger bolwerken van traditie. Vandaag zijn kerken meer open gemeenschappen. Maar wat geeft het? Wat telt is dit: een echte eerste liefde voor Christus en Zijn gemeente.


Kerk en de Bijbel

Het woord ‘kerk’ is een verbastering van het Griekse woord kuriakè, dat betekent: van de Heer (kurios). Het is een gemeenschap van mensen die horen bij hun Heer Jezus Christus. Er is nog een ander Grieks woord voor kerk: ekklesia. Dit verwijst naar de groep mensen die apart geroepen is. Geroepen uit de wereld, apart gezet, in Gods licht (1 Petrus 2,9). Jezus zelf spreekt over een kudde en een herder: een beeld waar iedereen zich iets bij voor kon stellen (vgl. Psalm 23, Ezechiël 34, Matteüs 9,35-36 en Johannes 10,1-14).

Een beeld dat de apostel Paulus gebruikt is dat van het ‘lichaam van Christus’ (1 Korintiërs 12). Daarin zijn allerlei delen met elkaar verbonden die zonder elkaar niet goed kunnen functioneren. De verbinding met Christus staat centraal. Uiteraard gaat het over diversiteit: de kerk kent verschillende gaven en mensen die nodig zijn voor het geheel. Maar het is een lichaam onder één Hoofd: Jezus Christus. Door Hem krijgt het lichaam richting, kracht en energie. En kan het in- en uitademen.

Een volgend beeld is dat van een gebouw. De gemeente wordt vergeleken met de tempel (1 Korintiërs 3,10-11 en 1 Petrus 2,4-5). De tempel is de plaats waar God en mens elkaar ontmoeten, waar gelovigen bij elkaar komen om te vieren en toegerust te worden voor het leven in Gods dienst. Tegelijk zijn de gelovigen zelf ook een tempel: de Heilige Geest woont in mensen, die samen – als ‘levende stenen’ – het gebouw vormen waar God ook is.

Ook wordt de kerk aangesproken als ‘gemeenschap van heiligen’. De Heer van de kerk is de schepper van de kerk. Als Hij roept ontstaat een nieuwe gemeenschap en nieuw leven, gericht op vernieuwing en wedergeboorte (1 Korintiërs 1,1-9). Of zoals een van de belijdenissen van de christelijke kerk zegt als het gaat over kerkzijn: Wij geloven ‘dat de Zoon van God (…) zich een gemeente, die tot het eeuwige leven uitverkoren is, van het begin van de wereld tot aan het einde vergadert, beschermt en onderhoudt’. Om daar onmiddellijk een heel persoonlijk statement aan toe te voegen: ‘En ik geloof dat ik van deze gemeente een leven lid ben en eeuwig zal blijven’ (Heidelbergse Catechismus, Zondag 21).

De Bijbelse beelden geven aan hoe belangrijk de gemeenschap van gelovigen is. De Drie-enige God bouwt aan een gemeenschap. Verbonden in Hem zal ze alle eeuwen bestaan. Deze kerk is niet gebonden aan één stroming, volk of taal. Zij is katholiek (algemeen) en je kunt haar overal tegenkomen waar Gods Woord klinkt en waar de zichtbare tekens van doop en avondmaal zijn.


Gespreksvragen

  1. In elk leven komen momenten van sleur en vervlakking voor. Om het in relatietermen te zeggen: de eerste verliefdheid gaat over en je hoopt dat die plaats maakt voor liefde en trouw. Maar dat gaat niet vanzelf. Als je in een relatie zit: hoe ga je daar mee om of wat heb je daarin geleerd? Kun je die lessen ook toepassen op je band met Jezus en de eerste liefde voor Hem?
  2. In hoeverre herken je je eigen kerk in bovenstaande beschrijving?
  3. Waar word jij echt enthousiast van in de kerk? Deel dat met elkaar.
  4. Wat zijn volgens jou positieve uitdagingen voor je gemeente, waarmee jullie samen de eerste liefde kunnen (her)ontdekken?
  5. De oproep om terug te keren naar de eerste liefde is gericht tot Efeze. Lees Efeziërs 1: 3-14. Herken je de structuur van de Drie-eenheid in dit gedeelte? Wat wordt hier allemaal beloofd door Vader, Zoon en Geest?
  6. Lees Efeziërs 1: 15-23. Wat is er in de gemeente van Efeze nodig om weer terug te keren tot de eerste liefde?
  7. Wat is voor jouw gemeente en voor jouw kleine kring belangrijk om weer enthousiast te worden over God, elkaar en zijn bevrijdend werk in de wereld? Waar moet je je ook van bekeren, om terug te kunnen naar het eerste enthousiasme?
  8. Kerken zijn steeds minder de landelijke collectieven, maar steeds meer een open gemeenschap in de eigen context. Wat is volgens jou nodig om meer oog te hebben voor de lokale context van jouw kerk? Hoe kunnen andere christenen en kerken jullie hierbij stimuleren?
Terug naar: Geloven doe je samen > Een Bijbelse visie op kerkzijn