Verhalen
over kerkverlating en kerkelijk zoeken
Omdat we geloven dat we kunnen leren van
eerlijke verhalen over ontmoetingen met God en elkaar.


Mijn naam is Anouk
Ik ben een kerkverlater, en dit mijn verhaal:
Tot mijn veertigste leidde ik een redelijk makkelijk en ontspannen leventje. In de kerk waar ik opgegroeide was weinig aandacht voor het persoonlijke, maar dat vond ik ook wel prima. Het ging om het grotere verhaal, om de kerkdiensten en het samenkomen. Het was een logische plek om bekenden te ontmoeten en ook Mark, mijn man, leerde ik er kennen. Toen hij totaal onverwachts een hartaanval kreeg veranderde ons leven helemaal. Gelukkig overleefde hij de hartaanval, maar het herstel was moeizaam. En ook al was er in de begintijd na Marks hartaanval veel aandacht van vrienden, familie en kerkmensen, het was een eenzame tijd. Een tijd die ook steeds eenzamer werd omdat er in Marks situatie weinig veranderde, terwijl de wereld wel doordraaide… Ik kon het allemaal niet meer mee maken en kreeg steeds meer vragen: Waarom laat God dit toe? Waarom overkomt het ons? Waarom wordt Mark niet genezen? En misschien vooral ook wel… hoe houd ik ons gezin draaiende en het hoofd boven water? Het waren jaren van worstelen, vol eenzaamheid en onbegrip. Jaren waarna ik me niet meer thuis voelde in de kerk. Ik heb mijn lidmaatschap opgezegd en of ik nog geloof, dat weet ik eigenlijk niet…
Anouk
Jongeren moeten in de kerk hun eigen vragen kunnen stellen. Want ruimte voor vragen stimuleert eerlijk zoeken. Ook al zit je daar als ouder of opvoeder misschien niet altijd op te wachten.
Markus, (voormalig) jeugdleider
Mijn naam is Corry
Mijn naam is Corry en ik ben 67 jaar.
Ik kom uit een gezin van 12 kinderen van wie er helaas nog maar vier in leven zijn. Tijdens mijn jeugd hoorde geloven er wel bij, maar we deden er niet echt veel mee. Met mijn stiefmoeder kwamen we wel bij het Leger des Heils. (Mijn moeder is overleden toen ik vijf jaar oud was). Maar de sfeer in huis was ook wel eens anti-geloof. En misbruik in mijn kindertijd heeft me beschadigd.
Toen ik 33 was en inmiddels getrouwd ging ik met een vriendin mee naar een bijbelstudieweekend. Ik kwam weer in aanraking met geloof en werd erdoor gegrepen. Het was het begin van een lange zoektocht, waarin ik super actief werd, heel veel blijheid ervoer en ruimte om te geloven. Maar tegelijk was ik ook bang om in een sektarische wereld terecht te komen. Ik wilde alles napluizen, weten of het klopte. Ik kwam in evangelische kringen, pinksterkringen, protestantse kerken. Lange tijd voelde ik me thuis op verschillende plekken. Zes jaar geleden ben ik verhuisd, naar een nieuwe stad. Geloof en kerk werd steeds meer een zoektocht. In mijn werk in verpleeghuizen heb ik veel gezien en in mijn eigen leven heb ik veel meegemaakt. Mijn man, die overigens niet gelooft, ondersteunde me in mijn zoektocht. Hij kwam telkens weer met nieuwe boeken. Ik ben veel gaan schrijven, naar journalisten, christelijke denkers, auteurs van allerlei boeken. Sommigen hielpen me verder, maar anderen stuurden me met een kluitje in het riet. Dan vroegen ze of ik wel antwoorden wilde. Dan zeiden ze dat het nu eenmaal zo was.
Terwijl ik om me heen ontzettend veel eenzaamheid zag. Ouderen die kerkelijk geen aansluiting meer konden vinden. Door mijn verleden dacht ik, ik ben maar een sukkel eigenlijk. Maar in mijn werk bad ik geregeld met mensen die angstig of verdrietig waren. Ik denk wel eens dat God me al die jaren zo intensief heeft laten studeren om me nu door deze geloofscrisis heen te trekken. Ik geloof niet meer dat we een God heb die zegt stuur Hagar met Ismaël de woestijn in. Ik geloof niet in een God die zegt Jacob heb ik liefgehad, maar Esau heb ik gehaat (Maleachi 1:2-3). Ik heb met zoveel mensen vanuit zoveel geloofsrichtingen kunnen bidden. Helaas sta ik in mijn persoonlijk en kerkelijk leven nu wel echt alleen.
Wat ik kerken toewens?
- Dat je er voor elkaar bent. Dat je meedenkt met ouderen, ook in coronatijd. Wanneer je koffiedrinkt op het kerkplein, aan statafels, is dat voor veel ouderen geen optie.
- Doe je best om vragen eerlijk te beantwoorden. Om antwoorden te geven. Nodig mensen uit om samen te zoeken naar antwoorden.
Corry
Mijn naam is Cor
Ik ben vrijzinning hervormd opgevoed, in een nest van eigenzinnige gelovigen. Toen ik opgroeide was het aan mijzelf om te bepalen of ik me aan zou sluiten bij een kerk of niet. Dat deed ik, samen met mijn vrouw velen jaren met plezier. We ervoeren ruimte om met hele verschillende mensen het geloof te belijden. Na een aantal jaar verhuisden we naar een plek waar men besloot om steeds meer een specifiek model van kerkzijn aan te hangen. Voor sommige mensen was het een verademing, maar het paste niet bij ons. Temeer omdat we ervoeren dat de predikant steeds meer macht kreeg en wel erg lang in de gemeenschap bleef hangen. Samenwerking met andere kerken werd niet meer gezocht en van leden werd een zeer specifieke manier van deelname aan de gemeenschap verwacht. Voor ons ademde de gemeenschap geen ruimte meer, maar eerder veroordeling. We zijn min of meer gedwongen vertrokken en hebben ons aangesloten bij een andere PKN-gemeente.
Natuurlijk begrijpen we dat kerken, in deze tijd, kunnen kiezen voor een specifieke koers en kleur.
Maar bedenk je wel wat dat met je mensen doet. Ben je nog een gemeenschap van gelovigen? Durf je elkaar een spiegel voor te houden én zelf na te denken? En past wat de gemeenschap doet wel bij de huidige maatschappij en de vraagstukken die spelen?
Cor
Mijn naam is Eva
Achter in een kerk gaan zitten en niets doen, dat kan ik niet zo goed. Want, als je ergens bij hoort, dan moet je je ook inzetten.
Dat heb ik van huis uit meegekregen. Mijn ouders waren altijd bezig met kerkenwerk, als lid van de kerkenraad en in het jeugdwerk.
Om me heen zie ik kerken in rap tempo vergrijzen. Zeker de midden-orthodoxe of vrijzinnige PKN-gemeenten.
Het is een gegeven waar veel mensen in lijken te berusten, maar ik denk dan: Kom op! Durf te kiezen voor een andere dan de sterfhuisconstructie! Je wilt toch niet degene zijn die over tien jaar het licht uitdoet?
Toch heb ik mij enige tijd geleden uitgeschreven bij de PKN-gemeente waar ik lid van was.
Er was te veel gebeurd. Te veel voor een lokale gemeente. Na onenigheid op bestuurlijk niveau heb ik mijn ambt uiteindelijk neergelegd en me uit het kerkelijk leven teruggetrokken. Bewust. Want soms voelde het alsof ik lid was van een voetbalvereniging. Zonder spirituele of gelovige dimensie. Maar ook zonder verbindende biertje na afloop. Het lukte de gemeente niet meer om op een luchtige, relativerende manier naar zichzelf te kijken. Misschien was er daarvoor ook wel te veel gebeurd.
Terwijl ik me jarenlang op bestuurlijk niveau ingezet heb, ben ik uiteindelijk via een achterdeur verdwenen. Ik kon rustig uit beeld verdwijnen, want door alle fusieprocessen in de PKN, lokaal en landelijk, dachten ze vast: Die zit ergens anders. Dat ik alleen maar een bevestigend e-mailtje kreeg en niemand contact met me opnam toen ik me een jaar na mijn afscheid als ambtsdrager uitschreef blijft pijnlijk. Iedereen wil toch gezien worden? Als ik na zoveel jaar actief geweest te zijn al niet gezien wordt, hoe is het dan met mensen die meer aan de rand staan? Controleren zoals in de jaren ’50-’60 wil niemand meer, maar dit is het andere uiterste!
Wat zou ik wensen?
Voor mijn oude gemeente hoop ik dat nieuwe predikanten nieuw verlangen in de gemeenschap teweeg kunnen brengen. Voor gemeentes die in grote nood verkeren hoop ik dat de landelijk kerk inspringt. Wanneer er een grote crisis is in een gemeente, kun je niet rekenen op lokaal (geestelijk) leiderschap. Dan is pastorale hulp van buitenaf echt nodig, om te ontlasten en te helpen koers te bepalen. Maar bovenal wens ik dat mensen in een gemeente gezien worden: ‘Wat leuk dat je er bent!’ Geen gehijg in je nek, omdat je ergens voor nodig bent. Maar echt gezien worden. En als iemand besluit je gemeente of het kerkverband te verlaten, neem dan vooral wél contact op. Een goed exitgesprek is zo belangrijk!
Eva
Verhalen van kerkverlaters
Er zijn talloze redenen om de kerk te verlaten. Misschien voelde je simpelweg de noodzaak niet om langer te blijven. Voelde je je weinig verbonden met de mensen. Was er een conflict met kerkgenoten. Of… verloor je je geloof in God?
In het boek Adieu Kerk! Adieu God? Vertelt Corstian van Westen verhalen van kerkverlaters. Het zijn tien verschillende verhalen van mensen die ieder hun eigen reden hadden om de kerk gedag te zeggen. Verhalen van zoeken, verwarring, pijn en weggaan. Van onuitgesproken verwachtingen. Verhalen waarin uitgezoomd wordt en teruggekeken op de eigen ervaringen. En op deze manier ook levenslessen voor de kerkganger en zoeker. Want, hoe kunnen deze verhalen kerkverlaters, zoekers en zoekende gemeenschappen helpen om het gesprek over kerk en geloof (weer) op gang te brengen? Zijn geloofsgemeenschappen bereid om te leren van de verhalen van kerkverlaters? En zijn kerkverlaters bereid om te luisteren naar de verhalen van zoekende gemeenschappen?
Ik ben tien jaar jeugdleider geweest
“Ik ben tien jaar jeugdleider geweest in een kerk. Tijdens mijn scheiding kwam ik in conflict met de raad van oudsten. Het was een nare tijd waarin ik met de nek aangekeken werd. Ik ben weggegaan en weggebleven.” (Marc, 43 jaar)
Mijn naam is Philip
Ik ben een sporadisch kerkbezoeker,
Daarmee bedoel ik dat ik zo nu en dan in een kerk kom maar ben nergens lid. Mijn ouders willen graag dat ik me bij een kerk aansluit, maar daar heb ik geen behoefte aan. Ik wil niet horen bij een clubje mensen met wie ik van alles moet ondernemen. Tegelijk ben ik eigenlijk wel op zoek naar een mentor. Iemand bij wie ik mezelf kan zijn en die zo nu en dan een goed gesprek met me voert over geloof, God en mezelf. En ander gelijkwaardig contact met leeftijdsgenoten zou ook fijn zijn. Zonder druk gewoon bij elkaar komen. Als er zoiets zou zijn, dan zou ik denk ik wel komen.
Zonder kerk geloven? Ik vind het lastig.
Maar om nu in mijn eentje een kerk binnen te stappen waar ik niemand ken…

Mijn naam is Hans
In ons gezin was, en is de kerk altijd belangrijk. Je zou kunnen zeggen dat mijn familie al zo’n 400 jaar protestants is.
Toch kan ik kerkelijk gezien geen goede plek meer vinden. In de kerk waar ik opgroeide leek geloven vooral rationeel en weinig te maken te hebben met je lijf en je gevoel. Mijn relatie met de leden van mijn gezin van herkomst was disfunctioneel en moeizaam. Het waren diepgelovige mensen, maar ons gezin was een zogenaamd los-zand-gezin. Ik zou het de zegen en de vloek van mijn voorgeslacht willen noemen. Het zorgde ervoor dat ik op andere plekken ging zoeken naar geloof.
Ik ben veel in Rooms-katholieke kerken geweest, maar ook in charismatische en evangelische en heb me ook wel bezig gehouden met andere vormen van niet christelijke spiritualiteit. Maar daar kwam ik telkens weer van terug, alsof ik merkte dat mijn opvoeding me wel bepaalde kaders heeft gegeven waardoor ik bepaalde grenzen niet ben overgegaan. In Taizé voelde ik me echt op mijn plek. Als dat bij mij om de hoek zou zijn, dan zou ik daar heen gaan. Het chanten (herhalend zingen van dezelfde tekst), de rust en het internationale karakter daar vond ik een verademing.
Toen in 2002 mijn leven volledig instortte, ik in de bijstand raakte en het contact met mijn kinderen verloor ervoer ik pas echt dat ik los van de kerk kwam. Niet omdat ik dat wilde, maar omdat de crisis in mijn leven zo complex was en ik in de kerken waar ik kwam weinig herkenning vond. Veel christenen, zeker gereformeerden, weten het prima voor elkaar te boksen als je ze een taak geeft. Pastoraal of niet. Maar als het gaat om complexe problemen, om gebroken relaties, emotionele of financiële armoede, dan missen veel kerkmensen kennis van zaken. Inmiddels ontmoet ik in mijn werk als ervaringsdeskundige veel mensen met problemen waar ik me in herken. In mijn werk kan ik dan ook vaak wel iets van het geloof en de ervaringen die ik opgedaan heb delen. Emoties tonen. En met hen zoeken naar de juiste levensvaardigheden: Wat is intimiteit? Hoe ben je een goede werknemer of werkgever? Hoe ga je om met gevoelens van schuld of schaamte? Het zijn levensvaardigheden die ik iedereen toewens. Net als Jezus met alle mensen bewogen zijn maar me ook op tijd terug kunnen trekken om op zoek te gaan naar mijn Vader.
Hans
Verder praten over kerkverlating?
Jouw verhaal
Ben je kerkverlater of zoeker en wil je je verhaal met ons delen? We horen je verhaal graag! In het formulier stellen we je een aantal vragen omdat we zorgvuldig met je verhaal om willen gaan.